DE TERREUR VAN STALIN

 

J. de Ruiter

December 2017

 

 

Na de val van het IJzeren Gordijn in 1989 gaf Gorbatsjov opdracht om de archieven van de geheime dienst KGB te openen. Ook andere bronnen  werden toegankelijk. Deze nieuwe openheid heeft Anne Applebaum aangegrepen om jarenlang onderzoek te verrichten in de nu beschikbaar gekomen bronnen, uitmondend in haar boek GOELAG Een geschiedenis, 2003.

 

Gefascineerd als ik al jarenlang was door de voor mij onbegrijpelijke psychologie van Stalin, heb ik dit boek meteen gekocht en gelezen. Ik hoopte daarmee antwoorden te krijgen op veel vragen. Welk belang had Stalin bij zo’n grootschalige terreur? Of was er misschien geen enkel normaal belang en hebben we het gewoon over een psychopaat? En, waarom noemden velen hem Vadertje Stalin en zijn er ook nu nog Russen die met heimwee terugkijken naar deze periode? Het kan destijds toch velen niet zijn ontgaan dat er talrijke mensen, waaronder eigen familieleden, verdwenen en nooit meer terugkwamen?

 

Hieronder volgt mijn samenvatting van het boek van Applebaum. Ik laat aan de lezers over om te beoordelen in hoeverre deze samenvatting nu helderheid geeft over de vragen die ik had.

 

Mijn samenvatting (juli 2004)

 

Al in de tsaristische tijd was er een traditie van verbanning, gedwongen kolonialisme en dwangarbeid.

 

1906

6.000 veroordeelden.

 

1916

28.600 veroordeelden.

 

1917

25 oktober: Russische revolutie.

 

1918 - 1928: HEROPVOEDING

 

1918

Begin van concentratiekampen, bedoeld voor heropvoeding.

Rode terreur door de Tsjeka, onder leiding van Dzerzjinski, in opdracht van Lenin.

 

1919

21 kampen.

 

1920

107 kampen.

 

1923

Start aanleg kampen in de Solovjetski-archipel, ver weg.

Tsjeka wordt OGPOE.

 

1927

10 jaar revolutie: amnestie voor > 50.000 gevangenen.

 

1929 - 1936: DWANGARBEID

 

1929

Stalins Grote Keerpunt: start snelle industrialisatie. Nieuw economisch 5-jarenplan.

Uitbreiding kampen, bedoeld voor dwangarbeid.

Goelag: het bijbehorende overheidsorgaan, onder de OGPOE. Hoofd: Jagoda.

Start showprocessen tegen zgn. saboteurs.

Start collectivisatie van het platteland.

Maxim Gorki's essay over de kampen nieuwe stijl.

 

1930-1933

Deportatie van 2 miljoen koelakken.

 

1931-1933

1e grote Goelag-project: bouw Witte Zee kanaal.

227 km lang, 3,6 m diep. Zonder technologie.

Ingezet: 170.000 dwangarbeiders, waarvan 25.000 omgeko­men.

Bij de voltooiing werden 12.484 dwangarbeiders vrijgelaten wegens getoonde inzet.

Totale bouwtijd: 21 maanden. Stalins eis was 20 maanden!

Opnieuw PR: uitbrengen van het boek KANAL IMENI STALINA, door een collectief van 36 schrijvers, o.l.v. Maxim Gorki. Socialistisch realisme: gevangenen voorstellen als modelarbeiders.

Stalins drijfveren: achterdocht, hang naar slavenarbeid, hang naar grote werken.

 

1932-1934

Grote hongersnood, met 6 - 7 miljoen doden.

 

1934

OGPOE wordt NKWD.

 

1935

Ca. 300.000 Goelag-gevangenen.

In 1935 werd ook een wet uitgevaardigd dat kinderen vanaf 12 jaar even zwaar gestraft konden worden als volwassenen. Begin van speciale kinderkolonies, voor wezen en gestrafte kinderen.

 

1937 - 1938: ZUIVERING

 

1937-1938

Grote Terreur. Snelle uitbreiding kampen.

Doel: zuivering. Massale arrestaties. Willekeurige aantallen worden terechtgesteld of in kampen opgesloten (voor 8-10 jaar). Beschuldiging: samenzwering, sabotage, spionage, .....

Heropvoeding en economische productiviteit tellen niet.

Gevolgen: chaos en onderproductie in de kampen.

 

1938

Jagoda terechtgesteld. Beria wordt hoofd NKWD.

De NKWD krijgt een pluim van Stalin voor het verpletterend neerslaan van de subversieve en spionerende elementen.

Stalin geeft een jaar later toe dat de zuivering wel fouten heeft gekend.

 

1939 - 1945: OORLOG

 

1939

Sovjet-invasie in oostelijk Polen, Bessarabië en Baltische staten.

Gevolg: > 700.000 deportaties, ten dele naar de Goelag.

 

1941-1945

22 juni 1941: operatie Barbarossa.

Evacuatie van 750.000 gevangenen, voor de Duitse opmars uit.

Kampregime wordt veel strenger. Er ontstaan al spoedig voedseltekorten.

1942: 352.560 sterfgevallen (25%).

1943: 267.926 sterfgevallen (20%).

1941-1944: amnestie voor 975.000 gevangenen om in het leger opgenomen te worden.

1943-1945: 52.830 kinderen naar kinderkolonies.

Tegen het eind van de oorlog waren er ca. 2 miljoen Russen gedeporteerd:

Wolga-Duitsers, Kaukasiërs, Krimbewoners, .....).

De totale Goelag-populatie nam echter af tijdens de oorlog.

Totale aantal krijgsgevangenen: > 4 miljoen.

In het voorjaar van 1945 waren er > 5,5 miljoen Russen buiten Rusland.

De repatriëring ging ten dele naar de Goelag.

Juni 1945: amnestie voor 734.785 gevangenen.

5 ex-zeks werden Held van de Sovjetunie.

 

1945 - 1952: DWANGARBEID

 

1945

De atoombommen op Japan maakten dat de sovjeteconomie weer gericht werd op militaire en industriële productie, niet op consumptiegoederen. Ook volgde onderdrukking van verderfelijke buitenlandse invloeden.

Gevolg: uitbreiding van de Goelag.

De dominante rol van criminelen in de kampen begon af te nemen. Dit gaf weer problemen (meer werk) voor de kampbewaking. Er ontstonden speciale kampen voor de zware criminelen (recidivisten) en voor de "gevaarlijke" gevangenen (contra-revolutionairen).

 

1947

In totaal: 157.000 kampbewakers en 40.000 vacatures.

 

1950-1952

1 januari 1950: 1.561.351 gevangenen, 1 miljoen meer dan 5 jaar eerder.

Veel mensen waren opnieuw gearresteerd.

Uit een door Beria bevolen onderzoek in 1950 bleek: kosten kampen >> winst uit arbeid.

Stalins manie voor onderdrukking, economie van slavenarbeid en grote projecten (spoorlijn over de arctische toendra, tunnel plus spoorlijn naar Sachalin, kanalen, waterkrachtcentrales) leidden tot vaak zinloze projecten.

Ook begon het besef toe te nemen dat zonder technologie de arbeidsproductiviteit te laag was.

Niemand durfde echter actie tegen Stalin te ondernemen.

Vanaf 1951 begon massale werkweigering toe te nemen.

1952: maximale omvang kampen bereikt.

Stalins paranoia nam op het laatst van zijn leven nog verder toe. Hoogtepunt was het zgn. dokterscomplot.

 

1953 - 1963: DOOI

 

1953

5 maart: Stalins dood meegedeeld.

6 maart: Beria kondigt reorganisatie geheime politie aan.

12 maart: Beria schrapt >20 Goelag-projecten.

26 maart: Beria rapporteert dat er 2.526.402 gevangenen zijn, van wie slechts 221.435 staatsgevaarlijk.

Stelt amnestie voor 1 miljoen mensen voor.

27 maart: amnestie afgekondigd.

4 april: Beria stopt onderzoek dokterscomplot.

16 juni: Beria verklaart het systeem van dwangarbeid op te willen heffen. Motieven Beria onbekend.

De hervormingen van Beria leidden tot grote verontrusting.

Eind juni: Chroesjtsjov laat Beria arresteren.

Eind dcecember: Beria terechtgesteld.

 

1954

Een aantal maatregelen van Beria wordt weer ongedaan gemaakt. De bouwprojecten bleven echter geschrapt, de amnestie gehandhaafd.

Het kampregime werd milder.

Onder de niet-vrijgelatenen nam de onrust toe. In 1954 is nog een staking gewelddadig neergeslagen (500 doden?).

10 juli 1954: Besluit tot versoepeling kampen.

Start herziening alle vonnissen vanaf 1921, bijna 3,8 miljoen.

De rehabilitatie werd wel gesaboteerd en verliep vooralsnog zeer traag.

 

1956

Openlijke kritiek van Chroesjtsjov op Stalin, in een geheime toespraak.

In 1956 keerden al talrijke gevangenen terug, met alle gevolgen van dien: lastige ontmoetingen, schaamte, vreemden voor elkaar.

Voor velen was, ondanks alles, heropname in de partij zeer belangrijk!

 

1957

Begin ontmanteling van een aantal kampen.

 

1960

Nieuw wetboek van strafrecht. Milder.

 

1962

Hoogtepunt dooi.

"Een dag uit het leven van Ivan Denisovitsj" van A. Solzjenitsyn mag onder Chroesjtsjov verschijnen.

 

1964 - 1985: REACTIE; DISSIDENTEN en GEDWONGEN PSYCHIATRISCHE OPNAME

 

1964

Chroesjtsjov afgezet. Opvolger: Brezjnev, anti-verandering.

Reactie begonnen. Aantal politieke gevangenen nam weer toe.

Start tijdperk van dissidenten. Belangrijk voorbeeld: proces tegen de dichter Brodski.

Eerste dissidenten dateren echter al van 1957.

 

1966

Stalins reputatie in ere hersteld door Brezjnev.

Schrijfverbod voor Solzjenitsyn.

Schrijvers Sinjavski en Daniel voor de rechter.

Sterke groei ondergrondse pers.

 

1967

Begin opsluiting van dissidenten in psychiatrische inrichtingen.

 

1974

Solzjenitsyn het land uitgezet. "De Goelag archipel" in Engeland gepubliceerd.

Dissidentenbeweging in volle gang.

 

1975

1 miljoen gevangenen, waarvan ca. 10.000 dissidenten.

 

1982

Andropov aan de macht.

 

1984

Gorbatsjov aan de macht.

 

1986 - 1992: GLASNOST

 

1986

Begin glasnost (openheid). Bedoeld als een vorm van modernisering.

Eind 1986: generaal pardon voor alle politieke gevangenen. Waaronder A. Sacharov.

1964-1987: slechts 24 personen gerehabiliteerd.

 

1987

Start volledige opheffing kampen door Gorbatsjov.

 

1988-1989

> 2.000 personen vrijgelaten uit psychiatrische inrichtingen.

 

1989

Val Berlijnse Muur.

> 2.000 veroordelingen tot psychiatrische inrichtingen!

 

1992

Sluiting laatste politieke kampen.

 

1929 - 1952: DWANGARBEID

 

In totaal ca. 18 miljoen getroffenen. De kampen speelden een hoofdrol in de sovjet-economie, maar zijn nooit winstgevend geweest. Resultante wel: overal in de Sovjetunie industriële complexen, in kampvorm.

In totaal: 476 kampcomplexen.

Opvallend: de meeste gevangenen zijn verhoord, hebben terechtgestaan, zijn schuldig bevonden en zijn veroordeeld.

Ook opvallend: de centrale planning en controle vanuit Moskou, met veel detailregels, circulaires, rapporten en inspecties.

1929-1940: min of meer normale werktijden; zesdaagse werkweek.

1940: officiële werkdag tot 11 uur verhoogd.

Sinds het begin van de Goelag in 1929 waren er cultureel-educatieve afdelingen in de kampen.

Is in 1937 en 1938 losgelaten.

In 1939 keerde, onder Beria, de propaganda langzaam terug.

In de jaren 40 had elk kamp in principe een instructeur voor toneel, concerten, films en politieke lezingen. De centra van grotere kampcomplexen waren toen al grote steden met winkels, theater en parken. Zoals Magadan, Vorkoeta, Norilsk, Oechta.

De kampcommandanten gedroegen zich vaak als een soort burgemeesters met pronkerige levensstijl.

Talrijke documenten getuigen van "enthousiaste" rapportages richting Moskou.

Een voorbeeld betreffende het kamp Vostoerallag, in 1943, met 13.000 gevangenen:

het rapport geeft toe dat de targets in de 1e helft van 1943 niet gehaald zijn en somt dan de maatregelen in de 2e helft van 1943 op:

            - 762 politieke toespraken, bijgewoond door 70.000 gevangenen

            - 444 politieke informatiebijeenkomsten, bijwewoond door 82.400 gevangenen

            - 5046 muurkranten, gelezen door 350.000 gevangenen

            - 232 concerten en toneeluitvoeringen

            - 69 films

            - 38 toneelgroepen

                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                          EPILOOG

 

Verleden in Rusland voor een groot deel gewist.

Niemand praat erover, velen weten niet of willen niet weten wat er gebeurd is. Weinig gedenktekens.

Geen nationaal monument voor alle slachtoffers. De geschiedenis kan nog niet erkend worden.

Veel Russen vinden dit oude, achterhaalde, niet meer relevante geschiedenis.

En ook: na het uiteenvallen, nu Rusland niet meer machtig is, wenst men niet te horen dat het slecht was.

En: heel veel familieleden hebben meegedaan.

En: veel oud-communisten hadden later weer sleutelposities.

 

In 1997 maakte de overheid een einde aan de periode van openheid die ingezet was door Gorbatsjov. In 2000 werd Poetin, een voormailge KGB-officier, president van de Russische Federatie. Poetin kan de aandacht voor de periode van terreur missen als kiespijn, maar ook  moeilijk ontkennen. Onder zijn presidentschap spelen mensen uit het leger en de veiligheidsdiensten een belangrijke rol. Te veel aandacht voor het stalinistische verleden ondermijnt dan het gezag.